Insights Listing

Buitenspelen maakt kinderen blij, maar ze doen het steeds minder

Geschreven door Hubspot Author | 23-mei-2024 15:23:10

In opdracht van Jantje Beton doen we sinds 2013 regelmatig onderzoek naar buitenspeelgedrag van kinderen. Begin 2024 deden we een herhaalmeting onder kinderen van 6 t/m 12 jaar en hun ouders. Hoewel de overgrote meerderheid van de kinderen aangeeft zich blij en vrolijk te voelen na het buitenspelen, doen ze het steeds minder. 

Minder buitenspelen

Waar twee jaar geleden ca. 260.000 kinderen (20%) (bijna) nooit buitenspeelden zonder volwassene in de buurt, geldt dat begin 2024 voor ca. 416.000 kinderen (32%). Ook halveerde het aantal kinderen dat elke dag buitenspeelt in hun vrije tijd zonder volwassene. En geeft bijna de helft van de kinderen aan vaker binnen dan buiten te spelen, t.o.v. 35% in 2022. 

Houding t.o.v. buitenspelen

Ondanks dat ze het minder doen, vinden kinderen buitenspelen wel leuk, waarbij een grote speelplek, een speeltuin of in de natuur/het bos de favoriete locaties zijn. Trampoline springen en spelen met water geven het meeste plezier, en 8 op de 10 kinderen voelen zich vrolijk en blij na het buitenspelen. De helft van de kinderen zou dan ook eigenlijk meer buiten willen spelen dan ze nu doen. Ook ouders hechten nog altijd veel belang aan buitenspelen.

Belemmeringen om buiten te spelen 

Wat staat kinderen dan in de weg om buiten te spelen? De meest genoemde reden is slecht weer. Ook liever een digitaal spel spelen en te weinig andere kinderen in de buurt om mee buiten te spelen zijn belangrijke redenen voor kinderen om binnen te blijven. Ouders geven dit ook als voornaamste belemmeringen aan. Ten opzichte van 2022 zien we daarnaast dat ouders een gebrek aan sociale veiligheid en te weinig speelplekken vaker als belemmering zien.

Dalende trend

Natasja van der Laan, die het onderzoek begeleidde, licht toe: “Goed om op te merken is dat in 2024 het onderzoek wat eerder in het jaar gehouden is dan in 2022, en het in de voorafgaande maanden veel regende. Dit kan enigszins meespelen in de resultaten, maar het verkregen beeld past in de dalende trend die we al sinds 2013 zien.”